rebajarse
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rebajarse |
rebajaba |
rebajado |
volledig |
Werkwoord
rebajarse
Woordafbreking
- re·ba·jar·se
- wederkerend
- zich verlagen, zich vernederen,
- ontslagen worden, vrijgesteld worden (van dienst)
- zich ziek melden