vernederen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ne·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van neder met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vernederen
vernederde
vernederd
zwak -d volledig

Werkwoord

vernederen

  1. overgankelijk iemand zo behandelen dat hij zich minderwaardig voelt
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen