realiseerde
- Geluid: realiseerde (hulp, bestand)
- re·a·li·seer·de
vervoeging van |
---|
realiseren |
realiseerde
- enkelvoud verleden tijd van realiseren
- Ik realiseerde.
- Jij realiseerde.
- Hij, zij, het realiseerde.
- Ik realiseerde.
vervoeging van |
---|
realiseren |
realiseerde