rasures

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·su·res
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de rasuresmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rasure
     De 50 fragmentjes waren toen nog zoek, zodat, wat dit betreft, de uitgave alleen zou berusten op de foto's en bijgevolg geen uitsluitsel zou verschaffen inzake rasures en inktkleur.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2020 Weblink bron
    Maurits Gysseling & W. Pijnenburg
    “Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek.” (1987), Martinus Nijhoff, Leiden, ISBN 90 6890 130 3, p. XIX


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
rasurar

rasures

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rasurar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rasurar