rander

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran·der
Naar frequentie 5722

Werkwoord

rander

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rande


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran·der

Werkwoord

rander

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rande

Zelfstandig naamwoord

rander

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van rand (zelfstandig naamwoord, derde afdeling)