putsen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • put·sen

Zelfstandig naamwoord

putsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord puts

putsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord putse

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be