puimt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • puimt

Werkwoord

vervoeging van
puimen

puimt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puimen
    • Jij puimt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puimen
    • Hij puimt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van puimen
    • Puimt! 

Gangbaarheid