preciseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: preciseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·ci·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
preciseren |
preciseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
- Jij preciseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
- Hij preciseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van preciseren
- Preciseert!