posteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pos·teert

Werkwoord

vervoeging van
posteren

posteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van posteren
    • Jij posteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van posteren
    • Hij posteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van posteren
    • Posteert!