positivistischer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·si·ti·vis·ti·scher
Bijvoeglijk naamwoord
positivistischer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van positivistisch
Gangbaarheid
- Het woord positivistischer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.