populariseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·pu·la·ri·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
populariseren

populariseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van populariseren
    • Ik populariseerde. 
    • Jij populariseerde. 
    • Hij, zij, het populariseerde.