populariseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·pu·la·ri·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
populariseren |
populariseerde
- enkelvoud verleden tijd van populariseren
- Ik populariseerde.
- Jij populariseerde.
- Hij, zij, het populariseerde.
- Ik populariseerde.