populariseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·pu·la·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

populariseren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
populariseren
populariseerde
gepopulariseerd
zwak -d volledig
  1. zorgen dat meer mensen iets leren waarderen
    • Feminiseren en populariseren, dat is wat het IOC beoogt met uitbreiding van wintersporten. Bij schaatsen wordt massastart een olympisch onderdeel. [3] 
  2. begrijpelijk maken voor het grote publiek
    • Vanuit het eerste model komt de maatschappelijke rol van wetenschap neer op populariseren: moeilijke kennis in zo gewoon mogelijke taal uitleggen aan gewone mensen. Een mooi ideaal, maar het heeft ook een gevaarlijke kant. Het suggereert dat wetenschappers eigenlijk verheven zijn boven 'gewone' mensen en een knieval moeten maken om hun briljante werk in Jip-en- Janneketaal uit te leggen. Terwijl het begrijpelijk kunnen uitleggen van complexe dingen in feite een kernvaardigheid van elke wetenschapper is, omdat het simpelweg een teken is dat je iets écht begrijpt. [4] 
    • Een opsomming van wat u allemaal in het boek kunt ontdekken, zou ons te ver leiden, maar zeker is dat u zult smullen van de door een heel team wetenschappers bij elkaar geharkte brandactuele en prachtig gepopulariseerde hooiberg kennis uit tientallen doctoraten en publicaties. Krijgt u het nu vooral niet benauwd bij het lezen van het woord ‘doctoraten’. ‘Ook al zijn we moeilijke thema’s zoals de geschiedenis van het Nederlands of de fonologie niet uit de weg gegaan, we hebben erover gewaakt dat elk thema via voorbeelden concreet is gemaakt’, zegt De Caluwe. [5] 
  3. iets gewoner en platter maken zodat grote groepen mensen het mooi vinden, maar waarbij iets veel van zijn kwaliteit verliest
    • Later bewerkten componisten als Mozart, Mendelssohn en Rachmaninoff muziek van Bach. Niet om zijn composities te populariseren, maar juist om het publiek te attenderen op de grote kwaliteit van de 'vergeten' oorspronkelijke werken van hun grote roerganger. [6] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen

  1. Wiktionnaire
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Henk Stouwdam 9 juni 2015
  4. Tubantia 23-08-2016
  5. de Standaard DONDERDAG 11 MEI 2017
  6. Volkskrant 30 september 2017
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be