politieke personen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·ke per·so·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de politieke personenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord politiek persoon
     Mijn vrouw en ik bedreven nooit zendingsdrift ten gunste van onze eigen keuze. Wij legden altijd de nadruk op het geven van respect aan politieke personen en denkbeelden waar wij dat verdiend achtten.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2020 Weblink bron
    Lucas Bouwman
    “In de beste families heb je politieke verschillen” (8 juni 2010) op trouw.nl op Wikipedia