planden in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plan·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inplannen

planden (...) in

  1. meervoud verleden tijd van inplannen
    • Wij planden in. 
    • Jullie planden in. 
    • Zij planden in. 

Gangbaarheid