plakten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plak·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plakken |
plakten
- meervoud verleden tijd van plakken
- Wij plakten.
- Jullie plakten.
- Zij plakten.
- Wij plakten.