piert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • piert

Werkwoord

vervoeging van
pieren

piert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pieren
    • Jij piert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pieren
    • Hij piert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pieren
    • Piert!