Naar inhoud springen

petitioneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·ti·ti·o·neert

Werkwoord

vervoeging van
petitioneren

petitioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petitioneren
    • Jij petitioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petitioneren
    • Hij petitioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van petitioneren
    • Petitioneert! 

Gangbaarheid