perche
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Frans
Uitspraak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
percher |
perche
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van percher
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van percher
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van percher
Zelfstandig naamwoord
perche v
- (straalvinnigen) baars Perca fluviatilis
- (spreektaal) bonenstaak, slungel
- «Le prof de math, c'est une grande perche.»
- De wiskundeleraar is een lange slungel. [1]
- «Le prof de math, c'est une grande perche.»