pensions

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·si·ons

Zelfstandig naamwoord

de pensionsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pension


Frans

Werkwoord

vervoeging van
penser

pensions

  1. eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van penser
  2. eerste persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van penser