patenteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: patenteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·ten·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
patenteren |
patenteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patenteren
- Jij patenteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patenteren
- Hij patenteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van patenteren
- Patenteert!
Gangbaarheid
- Het woord patenteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.