patřili
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /patr̝̊ɪlɪ/
Woordafbreking
- pa·t·ři·li
Werkwoord
patřili
- bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord patřit
- bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord patřit