Naar inhoud springen

passioneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·si·o·neert

Werkwoord

vervoeging van
passioneren

passioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van passioneren
    • Jij passioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van passioneren
    • Hij passioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van passioneren
    • Passioneert! 

Gangbaarheid