parlando's

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·lan·do's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de parlando'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord parlando
    • Hij had iets anders te doen en heeft het gedaan, maar tot dat andere behoort niet het quasi-zesstemmige ‘Quaerens me’ uit het Requiem met zijn barokke parlando's en heel zijn gemis aan wat men zou kunnen noemen vocale temperatuur. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen