parbleu

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·bleu
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, als tussenwerpsel en bastaardvloek voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2]

Tussenwerpsel

parbleu [3]

  1. (pejoratief) vloek of uitroep van verbazing
     'Parbleu, wat is dat?', vroeg De Crem toen hij zijn vrouw nog ostentatief een pakketje in zijn koffer zag stoppen.[4]

Gangbaarheid

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Verbastering van par Dieu (‘bij God’)

Tussenwerpsel

parbleu

  1. (vulgair), (krachtterm) verdorie, verdikkeme, verdomme