pandoerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pandoerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pan·doer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pandoeren |
pandoerden
- meervoud verleden tijd van pandoeren
- Wij pandoerden.
- Jullie pandoerden.
- Zij pandoerden.
- Wij pandoerden.