palletiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pal·le·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
palletiseren

palletiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palletiseren
    • Jij palletiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palletiseren
    • Hij palletiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van palletiseren
    • Palletiseert! 

Gangbaarheid