palavert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·la·vert

Werkwoord

vervoeging van
palaveren

palavert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palaveren
    • Jij palavert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palaveren
    • Hij palavert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van palaveren
    • Palavert!