paft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paft

Werkwoord

vervoeging van
paffen

paft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paffen
    • Jij paft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paffen
    • Hij paft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van paffen
    • Paft!