paaldanst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paal·danst

Werkwoord

vervoeging van
paaldansen

paaldanst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paaldansen
    • Jij paaldanst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paaldansen
    • Hij paaldanst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van paaldansen
    • Paaldanst!