overwelft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·welft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overwelven |
overwelft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwelven
- Jij overwelft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwelven
- Hij overwelft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwelven
- Overwelft!