overrijde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·rij·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrijde
- aanvoegende wijs van overrijden
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrijde
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van overrijden
- ... dat men overrijde.