overreageert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·re·a·geert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overreageren |
overreageert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overreageren
- Jij overreageert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overreageren
- Hij overreageert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overreageren
- Overreageert!
Gangbaarheid
- Het woord overreageert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.