overkijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·kijkt

Werkwoord

vervoeging van
overkijken

overkijkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkijken
    • ... dat jij overkijkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkijken
    • ... dat hij overkijkt. 
vervoeging van
overkijken

overkijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkijken
    • Jij overkijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkijken
    • Hij overkijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overkijken
    • Overkijkt!