overgroeit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overgroeit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·groeit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overgroeien |
overgroeit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien
- Jij overgroeit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien
- Hij overgroeit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overgroeien
- Overgroeit!