overbracht
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overbracht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·bracht
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overbrengen: voltooid deelwoord
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbrengen |
overbracht
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overbrengen
- ... dat ik overbracht.
- ... dat jij overbracht.
- ... dat hij, zij, het overbracht.
- ... dat ik overbracht.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbrengen |
overbracht
- enkelvoud verleden tijd van overbrengen
- Ik overbracht.
- Jij overbracht.
- Hij, zij, het overbracht.
- Ik overbracht.
- voltooid deelwoord van overbrengen
Verwante begrippen
- [1] bracht over
- [2] overgebracht