Naar inhoud springen

oscilleerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 1 mei 2017 om 02:07 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • os·cil·leer·de
vervoeging van
oscilleren

oscilleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van oscilleren
    • Ik oscilleerde. 
    • Jij oscilleerde. 
    • Hij, zij, het oscilleerde.