Naar inhoud springen

orakelt

Uit WikiWoordenboek
  • ora·kelt
vervoeging van
orakelen

orakelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van orakelen
    • Jij orakelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van orakelen
    • Hij orakelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van orakelen
    • Orakelt!