opschilder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opschilder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·schil·der
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opschilderen |
opschilder
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschilderen
- ... dat ik opschilder.
Gangbaarheid
- Het woord opschilder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.