oplaait

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·laait

Werkwoord

vervoeging van
oplaaien

oplaait

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplaaien
    • ... dat jij oplaait. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplaaien
    • ... dat hij oplaait. 
     Door hoge temperaturen, lage luchtvochtigheid en wind, blijft het risico bestaan dat het vuur weer oplaait.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2022 Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl