opkookt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·kookt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opkoken |
opkookt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoken
- ... dat jij opkookt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoken
- ... dat hij opkookt.
Gangbaarheid
- Het woord opkookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.