opflakkerend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·flak·ke·rend
Werkwoord
vervoeging van: | opflakkeren |
verbogen vorm: | opflakkerende |
opflakkerend
Bijvoeglijk naamwoord
opflakkerend
stellend | |
---|---|
onverbogen | opflakkerend |
verbogen | opflakkerende |
- steeds weer opnieuw gaan branden of oplichten
- Luitenant Pradelle staat boven, zijn benen uit elkaar, zijn handen stevig op zijn koppelriem geplant. Achter hem de onregelmatig opflakkerende schijnsels van het gevecht. [1]
Verwijzingen
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 21