openstonden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·ston·den

Werkwoord

vervoeging van
openstaan

openstonden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van openstaan
    • ...dat wij openstonden. 
    • ...dat jullie openstonden. 
    • ...dat zij openstonden.