Naar inhoud springen

opblinkt

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 1 jun 2017 om 10:14 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *op·blinkt {{-verb-|0}} {{2ps-bijz|opblink...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • op·blinkt
vervoeging van
opblinken

opblinkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblinken
    • ... dat jij opblinkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblinken
    • ... dat hij opblinkt.