Naar inhoud springen

oorlog voert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·log voert

Werkwoord

vervoeging van
oorlog voeren

oorlog voert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oorlog voeren
    • ... dat jij oorlog voert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oorlog voeren
    • ... dat hij oorlog voert.