onweersdagen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·weers·da·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de onweersdagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onweersdag
     Een onweersdag is een dag waarop ergens op een weerstation van het KNMI minstens één donderklap wordt gehoord. Jaarlijks loopt het aantal onweersdagen uiteen van 21 in het noordoosten van het land tot 34 boven het westen van Brabant (gemiddeld over de periode 1981-2010).[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 oktober 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie “Uitleg over : Onweersdagen” op knmi.nl