ontvriendt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vriendt

Werkwoord

vervoeging van
ontvrienden

ontvriendt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvrienden
    • Jij ontvriendt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvrienden
    • Hij ontvriendt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvrienden
    • Ontvriendt!