ontraadselt
Uiterlijk
- Geluid: ontraadselt (hulp, bestand)
- ont·raad·selt
vervoeging van |
---|
ontraadselen |
ontraadselt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontraadselen
- Jij ontraadselt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontraadselen
- Hij ontraadselt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontraadselen
- Ontraadselt!
- Het woord ontraadselt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.