ontlastten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontlastten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·last·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontlasten |
ontlastten
- meervoud verleden tijd van ontlasten
- Wij ontlastten.
- Jullie ontlastten.
- Zij ontlastten.
- Wij ontlastten.