ontgrendelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontgrendelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·gren·delt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontgrendelen |
ontgrendelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgrendelen
- Jij ontgrendelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgrendelen
- Hij ontgrendelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontgrendelen
- Ontgrendelt!