onscheidbare
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·scheid·ba·re
Bijvoeglijk naamwoord
onscheidbare
- verbogen vorm van de stellende trap van onscheidbaar
- ▸ De rechtse kranten stonden vol met ontboezemingen over het thema dat schoonheid en geschiedenis onscheidbare grootheden waren en dat een gebouw dat mooi gevonden wilde worden symbool moest staan voor de eeuwige waarden, moest herinneren aan een trots en geestrijker verleden en dat platte daken bovendien on-Duits waren.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691